Breda
Brussel
Gent
Rotterdam
Essen
In K, a Society (2010) worden op een locatie (of op verschillende locaties) een tiental installaties samengebracht: er zijn gefilmde beelden, objecten, ‘toestanden’. Het enige levende personage is een gids die het publiek van de ene plek naar de andere leidt.
De voorstelling bestaat uit 10 installaties (BEETLE, FRIEZE, GOSSIP, MONSTER, MOUSE, PELLET, PRESYNCOPE, SYNCOPE, SHELL, THEY) en 1 gids.
K, a society toont facetten van een maatschappij die heel veel op de onze gelijkt: een reeks beelden waarin tendensen ‘vertaald’, uitvergroot of naar de oppervlakte gehaald worden, die in onze wereld aanwezig zijn. Het zijn ‘ver-beeld-ingen’ van personages die we (her)kennen uit de werkelijkheid. Personages ook die aansluiten bij de figuren die het eerdere werk van Kris Verdonck bevolken.
De titel K, a society verwijst naar het werk van de Praagse auteur Franz Kafka, dat als belangrijkste inspiratiebron fungeerde in het tot stand komen van het project. Dit wil niet zeggen dat verhalen of personages uit Kafka’s werk letterlijk verteld of afgebeeld worden. Daar gaat het bij Kafka zelf ook niet om. Bij het veelvuldig lezen van en lang werken met zijn teksten wordt duidelijk dat zijn wereld een gesloten en ongrijpbaar bolwerk is, dat hij een proces zonder uitwegen toont met de ijzeren logica van een nachtmerrie. Voor K, a society werd dan ook eerder gezocht naar ‘de adem van Kafka’s oeuvre’, naar de wereld en de maatschappij zoals die uit zijn teksten naar voren komt: een verdrukkend systeem waarbinnen niets bewijsbaar, waarachtig of waar is. Een maatschappij waarin de mens altijd in het ongewisse is omtrent wat er zal gebeuren. Een maatschappij als een kwade droom waarvan men nooit weet wanneer, hoe en of men wel zal wakker worden. Een tweede inspiratiebron is de Duitse expressionistische film met zijn langs de muren sluipende figuren met hun lange schaduwen en uitvergrote grimassen.
De ‘Unheimlichkeit’ van de wereld waarin wij leven, het spanningsveld tussen mens en machine, tussen levend wezen en pop/ dode materie waren als rode draad reeds aanwezig in vroegere projecten van Kris Verdonck zoals b.v. in de voorstellingen I/II/III/IIII en END of in de (clusters van) installaties IN, DANCER #1, ACTOR #1. In K, a Society wordt deze rode draad verder uitgesponnen, ontwikkeld, vertakt, verstrengeld…
"Oh plenty of hope, an infinite amount of hope, but not for us."
Franz Kafka
1.
Het project ‘K, a society’ van theatermaker-beeldend kunstenaar Kris Verdonck is een verzameling van tien ‘beelden’ samengebracht in een parcours. Enkele van deze beelden kan men als ‘installaties’ omschrijven; de meeste echter zijn projecties. Een gids leidt het publiek rond van het ene beeld naar het andere.
In de theaterproductie ‘End’ gecreëerd in 2008, toonde Kris Verdonck het mogelijke eindbeeld van een/onze wereld: tien figuren (menselijke wezens, machines of een kruising van beide) dwaalden er rond in een apocalyptisch landschap. In ‘K, a society’ richt hij zijn blik op de maatschappij, op hoe de mensen met elkaar omgaan, op hoe ze hun samenleven organiseren.
‘K, a society’ toont facetten van een maatschappij die heel veel op de onze gelijkt: een reeks beelden waarin tendensen ‘vertaald’, uitvergroot of naar de oppervlakte gehaald worden, die in onze wereld aanwezig zijn. Het zijn ‘ver-beeld-ingen’ van personages die we (her)kennen uit de werkelijkheid. Personages ook die aansluiten bij de figuren die het eerdere werk van Kris Verdonck bevolken.
Het werk van de Praagse auteur Franz Kafka (1883-1924) fungeerde als uitgangspunt voor ‘K, a society’. Andere inspirerende beelden werden o.a. gevonden in de Duitse expressionistische film met zijn langs de muren sluipende figuren met hun lange schaduwen en hun uitvergrote grimassen, in ‘Das weisse Band’ van de Oostenrijkse filmregisseur Michael Hanecke, in informatie en ervaringen m.b.t. de Rwandese maatschappij, in de mythische structuur van het labyrinth, enz.
2.
Kafka worden doorgaans geassociëerd met het beeld van de bureaucratische doolhof. De wereld die hij creëert is een nachtmerrie met een ijzeren logica; zijn personages dwalen er in rond zonder een uitweg te vinden, en vooral: zonder te begrijpen waarom de dingen zijn zoals ze zijn.Wat Kafka met zijn personages doet, doet hij ook met zijn lezers: hij laat hen eindeloos wachten voor de poort, maar binnengaan kunnen zij niet of nooit. Zijn oeuvre is als een cirkelvormige muur, een ontoegankelijke ellips. Om iets van zijn werk te vatten moet je je ervan verwijderen. Als je dan later terugkeert en opnieuw kijkt, stel je vast dat het beeld/ de muur veranderd is.
Telkens opnieuw: je verwijderen, terugkeren, opnieuw kijken, je verwijderen, enz…
Dàt is de beweging die Kafka ons keer op keer oplegde tijdens het creatieproces van ‘K, a society’. Elk beeld lijkt vastgelegd, onveranderlijk, maar als de kijker zich beweegt, ondergaat het beeld een verandering, een metamorfose, een deformatie. Het gaat in Kafka’s werk niet zo zeer om de verhalen of de personages, maar om de kracht van de deformatie, om de adem van de metamorfose; én om de humor.
3.
De wereld van ‘K, a society’ wordt bevolkt door mensen, dieren en dingen. Kinderen zijn afwezig. De mensen zijn eenzaam, zelfs als ze niet alleen zijn. Ze wachten, praten, zingen, verdrijven de tijd, hebben het opgegeven. De dingen zitten vol energie: zullen zij het halen? De dieren bewegen, lachen, strijden, sterven. Misschien zijn zij wel ‘van alle schepselen van Kafka diegene die het meest in staat zijn tot reflectie’ (Walter Benjamin).
De toeschouwer krijgt beelden te zien waarin hij zou kunnen wonen maar waarin hij zich niet thuis zou voelen: ze zijn gestold of vergroot, vertraagd, vervormd, uitgerekt in tijd en ruimte…
Zelf moet de toeschouwer verschillende posities in nemen: hij is een ik, een gij en een hij tegelijkertijd, hij moet op beelden neerkijken of ernaar opkijken, hij moet mee wàchten, de traagheid ervaren of alles beleven in een flits. Die verschuivende standpunten maken het ook mogelijk dat de humor binnensluipt en zich in de beelden en hun wederzijdse verhoudingen installeert.
Tekst: Marianne Van Kerkhoven
« Verdonk construeert met deze K, a Society een multimediaal universum dat de Unheimlichkeit uitstraalt die zo typerend is voor Kafka’s literaire wereld én alsmaar vaker op onze eigen samenleving van toepassing is. De sociale isolatie waarin menigeen terechtkomt door de (paradoxaal genoeg) overdaad aan communicatietechnologie is het uitgangspunt van de verschillende installaties. In die installaties balanceert Verdonck fluks tussen maatschappijkritiek, humor en indrukwekkende esthetiek. Verdonck toont zich een meesterlijk manipulator van de filmcamera, licht- en geluidsbronnen (van vuur tot electriciteit). […] De schoonheid van de beelden fascineert, hun ondertoon ontreddert. Verdonck toont hoe de technologisering tot een falsificatie van emoties en ervaring kan leiden. »
Els Van Steenberghe op Knack.be, 21/07/2010
Concept & regie: Kris Verdonck
Dramaturgie: Marianne Van Kerkhoven (Kaaitheater)
Met: Tawny Andersen, Jonathan Burrows, Eurudike De Beul, Manah De Pauw, Hendrik De Smedt, Steve Dugardin, Alix Eynaudi, Thomas Hauert, Christoph Ragg, Jobst Schnibbe, Joeri Smet, Sylvain Spinoit, Wilfried Van den Brande, Damiaan Veens, Kris Verdonck, Mieke Versyp, acteurs en werknemers Schauspiel Essen, e.a.
Camera en editing: Vincent Pinckaers
Geluidsontwerp: Thomas Turine, Chris Segers & Stef Alsenoy
Lichtontwerp: Luc Schaltin (Kaaitheater)
Kostuums: Schauspiel Essen, Sofie Durnez
Technische coördinatie: Colin Legras / Luc Schaltin (Kaaitheater)
Constructie: Sylvain Spinoit & Steven Blum
Image processing: Massimiliano Simbula
Pyrotechnieken: Jean-François Pierlot, Ralf Brunner
Productieleiding: Hendrik De Smedt
Productie-assistent: Karolien De Bleser
Zakelijke leiding: Han De Meulemeester
Coproductie: Theater der Welt 2010 (DE), Transdigital (Interreg), Kunstencentrum Vooruit (BE), Productiehuis Rotterdam / Rotterdamse Schouwburg (NL), Kaaitheater (BE)
In samenwerking met:
Schauspiel Essen (DE), Le manège.mons (BE) and Technocité (BE) in the frame of Transdigital
Met de steun van: de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Dank aan: Dirk Baert, Dries Leerschool, I-Movix, Marc Leunens, Heidi Janssens, RVP, Linde Besard, Tom Schoute en familie, Marie-Jeanne Wyckmans, FM Brussel en EhB dep. Rits afdeling Radio
Er werden geen dieren verwond tijdens de creatie van deze productie.