Brussel
Artificiële aanwezigheid
DARK is een nieuwe parcoursvoorstelling van Kris Verdonck / A Two Dogs Company. Een gids leidt je langs drie variaties op afwezigheid in tijden van artificiële intelligentie.
Over technologie wordt vaak gezegd dat ze ons zal vervangen: de machine vervangt de fabrieksarbeider, metro’s worden volautomatisch, trein- en bankloketten worden vervangen door apps en automaten, enzovoort. Wat met je stem of beeld laten verwerken door AI, en dan kijken en luisteren naar wat je digitale dubbel aan je te vertellen heeft? Jezelf laten vervangen, terwijl je erbij zit, is nog iets anders.
Het gaat hier dus niet om robot, machine of algoritme die een mens vervangt. Je wordt vervangen door … een versie van jezelf. Is het luiheid, fascinatie, narcisme? Of wijst het verlangen om ons te laten vervangen door een dubbel op een godswens, de diepe drang om zelf mensen te creëren? Dit keer is het geen homunculus zoals in de alchemie of geen androïde, maar wel een entiteit die bestaat uit taal en beeld. Het risico is evenwel dat we geen god maar een figurant van ons eigen bestaan worden.
Intussen zijn er apps waarmee je jezelf kunt laten ‘verdubbelen’ zodat wanneer je sterft, vrienden, geliefden of familie met je AI-avatar in gesprek kunnen blijven. Er zijn ook apps waarin je een AI-partner kan vormgeven die dagelijks met je praat, berichtjes stuurt, en foto’s van leuke ‘uitstapjes’, eventueel met AI-kinderen genereert. Het zijn meer extreme vormen van een alledaags gesprek met ChatGPT en consoorten. Wat deze AI’s allemaal delen is dat ze voornamelijk meningen bevestigen en vaak gebruikt worden om de leegte van eenzame gebruikers op te vullen. De ander, een andere mening, verdwijnt zo nog meer uit de dagelijkse ervaring.
Met DARK onderzoekt Kris Verdonck die nieuwe, gecombineerde ervaring van afwezigheid en aanwezigheid. AI-toepassingen zoals chatbots en digitale partners zijn de nieuwe technologische spoken. Alleen hebben ze de bijzondere eigenschap dat we ze niet langer altijd als spoken ervaren. Het zijn geen ‘aanwezige afwezigheden’ zoals het klassieke spook van de dode. Immers, wanneer een stem of afbeelding als ‘echt’ ervaren wordt door de toeschouwer, dan krijgt deze een realiteitswaarde. Vanaf dan maakt het tot op bepaalde hoogte niet meer uit of die stem of afbeelding daadwerkelijk ‘bestaat’. De Japanse robotica professor Masahiro Mori bedacht in 1970 de Uncanny Valley om de empathie voor objecten in relatie te brengen tot hun gelijkenis met de mens: hoe meer ze op de mens lijken hoe meer empathie we ervoor ervaren. Er is echter een kritisch punt, waarop we in de Uncanny Valley ‘vallen’: het vertrouwde, dode ding wordt té echt of ‘levend’ en hierdoor wordt het letterlijk unheimlich (thuisloos). Het is niet meer te plaatsen in de bestaande categorieën en bevindt zich in de grijze zone van de levende dingen. AI-bots en AI-partners gaan nog een stap verder. Ze bevinden zich niet langer ‘in’, maar aan de overkant van de ‘uncanny valley’, het ‘unheimliche’ is naar de achtergrond verschoven door de toegenomen empathie.
Deepfakes en AI chatbots vertellen iets over de staat van technologie, maar minstens evenveel over het realiteitsbesef van hun gebruikers. Over hoe vatbaar we zijn voor misleiding, over hoe kwetsbaar ons realiteitsbesef is. Over hoe taal en beeld onze perceptie, ervaring en gevoelens beïnvloeden. Met de komst van AI is alles potentieel echt en onecht. Alles kan spookachtig zijn, alles kan theater zijn.
In elk van de drie performances in DARK speelt die spanning tussen aanwezigheid en afwezigheid, echt of fake, mens en technologie. De ‘originele’ kunstenaar, danser, speler, muzikant wordt verdubbeld door een vorm van avatar. Voor de toeschouwer blijft het een live ervaring. Met DARK bouwt Kris Verdonck / A Two Dogs Company verder aan een oeuvre waarin afwezigheid en de relatie tussen mens en technologie centraal staat. Deze parcoursvoorstelling is een volgende stap na eerdere gelijkaardige formats zoals ACTOR #1 (over objecten als performers) en IN VOID (over machines die blijven performen, na de mens).
Welk lichaam leeft er in de zwarte doos van het internet? DARK verwijst naar de donkere ruimte waarin ons virtuele lichaam zich bevindt. Dit lichaam valt uit elkaar, is niet samen te houden, is er misschien wel helemaal niet. Het publiek zit in het duister, in een cirkel rond de scène. Licht, geluid, beweging en lichaam zijn met elkaar verbonden door interactieve media. In de duisternis doemt een figuur, ze verschijnt en verdwijnt. Als een pop hangt ze in de leegte, verwrongen, overgeleverd aan een machine die haar lijkt aan te sturen – hoewel het niet duidelijk is wie of wat die machine is. De fysicaliteit van de performer is onzeker, voelbaar, maar niet te verifiëren.
We spenderen dagelijks uren achter schermen, scrollend door sociale media en nieuwswebsites of swipend op dating apps en tiktok. De impact van deze band met apps en de toestellen waarop we ze gebruiken, kan moeilijk overschat worden. Uren afleiding, desinformatie, reclame en zinloze content sturen ons zelf- en wereldbeeld. Door algoritmes die onze vastgestelde voorkeuren versterken, zitten we bovendien in een ‘loop’: ideeën worden bevestigd, of we worden getarget omwille van geslacht, politieke voorkeur, leeftijd, interesses, … Zelfs in die mate dat we moeilijk kunnen weten waar we precies naar kijken – kijken we überhaupt wel echt? Het is bizar: we spenderen zo veel tijd en aandacht aan apps en content waarvan we eigenlijk niet weten waar die vandaan komt, wat de bedoelingen erachter zijn, of wat ze echt met ons doen. Achter het gladde zwarte scherm van de smartphone, zit een zwarte doos, aangestuurd door algoritmes gericht op winst en invloed. Voor het scherm: het lichaam van de gebruiker, dat virtueel ook zijn eigen leven leidt.
DARK verkent in de theaterruimte die andere black box: de ruimte achter het computer- of smartphonescherm en de algoritmes en artificiële intelligentie achter allerlei sociale media en chatbots. ‘Daar ergens’, in die zwarte doos, leeft een virtueel lichaam, op instagram, tinder of tiktok, terwijl ‘hier’, een figuur stilstaat, in een kamer zit, het lichaam gekromd rond een scherm. De echte ‘ik’ leeft online. Welk lichaam leeft er in die zwarte doos van het internet? Hoe ziet een lichaam eruit in deze omgeving? Gefragmenteerd, compleet gemanipuleerd door algoritmes, bots, stimuli. Een soort onnatuurlijk lijf zijn dat doet denken aan de poppen van Hans Bellmer. Hermetisch van de materiële wereld afgesloten, opgesloten in de virtuele. Wat blijft: een online lichaam dat verwrongen zit in een paniekerige schreeuw om bevestiging in een desoriënterende virtueel-reële wereld.
ACT #2 is een performatieve installatie waarin een stem spreekt in een duistere ruimte. Het dertiende en laatste deel van Samuel Becketts Texts For Nothing (1952), gesproken door de stem van Johan Leysen, weerklinkt in een ruimte met stapels grijze dekens. ACT#2 werd gemaakt als een ode aan Leysen, die overleed in 2023. Hij speelde de monoloog die centraal stond in ACT (2020), een triptiek rond het werk van Samuel Beckett en diens Texts for nothing, gemaakt door Kris Verdonck / A Two Dogs Company. Verdonck ging verder aan de slag met de scenografie uit de voorstelling. Het publiek betreedt nu zelf de ruimte die voorheen de scène voor de acteur was. Het toneel wordt een tombe, of de schedel van de speler wiens kenmerkende stem maar blijft doorgaan in de schemering.
Voor ACT #2 wordt de stem van Leysen door een AI toepassing verwerkt om ze zo weer ‘tot leven’ te laten komen. Beckett was steeds geïnteresseerd door de nieuwste media en technologieën. Hij ontkoppelde stem en lichaam en plaatste zijn personages vaak in de schemerzone tussen bestaan en verdwijnen. AI biedt een ander perspectief hierop. Soms lijkt het alsof de stem in Beckett de laatste menselijke aanwezigheid op de planeet is, van een enorme eenzaamheid. Ze spreekt over en vanuit een figuur op zoek naar rust, ofwel in stilte ofwel in een gewoon verhaal en gewoon leven. Maar de gedachten en de stem in het hoofd houden niet op. Na het zwijgen volgt het denken, ook in stilte verschijnen woorden op papier. De afwezigheid van de acteur en het blijven malen van de stem, krijgt dankzij het gebruik van AI technologie een nieuwe betekenis. De stem blijft echt over na de dood, er is geen garantie op rust. Ook in stilte blijven gedachten en woorden komen.
Het overlijden van de acteur, en vervanging door een kopie van zijn stem, wordt haast een voorbode voor het einde van het theater. Wat blijft, is een theatrale installatie met een stem en objecten die maar doorgaan. Doeken gaan op en neer, in een eindeloze cyclus. Vanuit de duisternis blijven de woorden klinken, de gedachten malen, in een laatste lang gerokken schreeuw die alles wil uitwissen, en tegelijk aankondigt dat ze verbeten zal blijven bestaan.
BRASS #2 is een spookorkest. Drie sousafoons spelen vanzelf en lijken te zweven in de ruimte. Deze geautomatiseerde instrumenten maken deel uit van Verdoncks onderzoek naar een theater na de mens. Maxime Denuc componeert elektronische muziek en werkte de voorbije jaren met computergestuurde orgels als krachtige synthesizers. Voor BRASS #2 creëerde hij een klankstuk, geïnspireerd door de principes uit de circulaire muziek. De sousafoons werden ontwikkeld door Decap, specialisten in het maken van automatische muziekinstrumenten. Hun roterende bewegingen creëren een slow motion doppler effect, waarbij klanken soms samenkomen en dan weer van elkaar verwijderen.
Menselijke emotie en het vermogen tot abstractie worden misschien wel het sterkst tot uiting gebracht in muziek en het spelen van een instrument. Muziek is ook iets van de goden, van de hemelse tonen op de Olympusberg tot de harmonie der sferen die weerklinkt in het heelal. In BRASS#2 wordt dit summum van menselijkheid ingevuld door machines en algoritmes. Nochtans heeft de klank menselijke trekken: er wordt geademd, geblazen, “geoefend” en opgewarmd. In een perpetuum mobile hangen de instrumenten in een donkere ruimte – hun materiaal glanst, maar het lichaam waar ze normaal op rusten, de longen die lucht in het instrument ademen, zijn er niet meer.
Concept en Regie: Kris Verdonck
Dramaturgie: Kristof van Baarle
Technische creatie & coördinatie: Vincent Malstaf
Techniek: Daniel Romero Calderon
Compositie: Maxime Denuc
Acteur (stem): Johan Leysen
Acteur (live): Jeroen Van der Ven
Met de steun van: Tax Shelter van de Belgische federale overheid, De Vlaamse Gemeenschap, Vlaamse Gemeenschapscommissie