Is wat we zien wel wat het lijkt? In SOMETHING (out of nothing) vormen verschillende grote opblaassculpturen een performatief decor waarin de mens verdwijnt. Deze robotgestuurde opblaassculpturen zijn gemaakt uit de kenmerkende zwarte stof die we kennen uit het theater en verschijnen en verdwijnen in een doos bevestigd aan het plafond.
De installatie BOGUS III is een fragment van dit performatief landschap. Ze suggereert een plek na de apocalyps, na het einde van de mens, wanneer machines zelfstandig verder gaan en ongekende proporties aannemen. Een beeld van het bevreemdende, het geweld, en het spookachtige van een samenleving waarin alles vermarkt en wegwerp geworden is. De grootte en ambiguïteit van deze sculptuur, maakt BOGUS III tot unheimliche entiteit. Of zoals de Weense filosoof Günther Anders het formuleert: wij staan met zo weinig benul en zo ademloos tegenover onze eigen producten, als waren zij voorwerpen die bewoners van een vreemde planeet ons ongevraagd thuis bezorgd hadden.
Een spook waart door de wereld – het spook van het kapitalisme
(Don De Lillo, Cosmopolis)
Onzichtbare hand
Is wat we zien wel wat het lijkt? Sinds het begin van de kwantumfysica ontdekt men deeltjes die niet zijn wat ze lijken. Ze kunnen er zijn en niet zijn tegelijk. Ook dagelijkse objecten, zoals smart phones of sociale media, zijn niet altijd wat we denken dat ze zijn. Dit kan ons verwonderen, maar tegelijk ook diep verontrusten. Objecten worden ongrijpbaar, hun functioneren en eigenschappen ontglippen ons. Niet enkel wat ze doen, maar ook wat ze waard zijn, is steeds vaker een mysterie. Hun marktwaarde lijkt enkel een gevolg van speculatie te zijn en niet langer van de waarde van de grondstoffen zelf. Speculatie leidt, ondanks de waarschuwingen van de talrijke crises, nog steeds tot zeepbellen en crashes. De ongebreidelde drang naar groei en winst is als een spook dat onze regeringen, bedrijven en eigen geesten blijft volgen. Als er hier sprake is van een onzichtbare hand, dan is die zeker boosaardig, schreef de Duitse literatuurwetenschapper Joseph Vogl in zijn boek Het spook van het kapitaal.
Donkere materie
In SOMETHING (out of nothing) vormen verschillende grote opblaassculpturen een performatief decor waarin de mens verdwijnt. Deze robotgestuurde opblaassculpturen zijn gemaakt uit de kenmerkende zwarte stof die we kennen uit het theater en verschijnen en verdwijnen in een doos bevestigd aan het plafond. De installatie BOGUS III is een fragment van dit performatief landschap. Ze suggereert een plek na de apocalyps, na het einde van de mens, wanneer machines zelfstandig verder gaan en ongekende proporties aannemen. Een beeld van het bevreemdende, het geweld, en het spookachtige van een samenleving waarin alles vermarkt en wegwerp geworden is.
BOGUS III geeft vorm aan lucht, aan het niets dat zich opblaast onder luid gekraak en gedreun. BOGUS – wat zoveel betekent als ‘fake’ – is een spookachtige, mysterieuze verschijning. Aan de basis ligt een uitgebreide materiaalstudie en onderzoek naar de dynamieken van opblaassculpturen. De zwarte theaterstof genereert tegelijk een sculptuur en een schaduw, een donkere materie, een uitsparing in de ruimte. Het ontstaan en verdwijnen van een donkere sculpturen, als ultieme magie. De naam BOGUS draagt ook het woord ‘bogey’ in zich, een plaaggeest, een bron van angst; de BOGUS is een materialisering van de valse spoken die ons achtervolgen.
Een variatie op afwezigheid
De vorm van BOGUS III ligt tussen concreet en abstract. De kinetische sculptuur heeft organische vormen en manieren van bewegen die de tekeningen van de bioloog Ernst Haeckel oproepen. In een niet-menselijke choreografie groeien ze uit het plafond en verdwijnen er weer terug in. BOGUS III sluit aan bij het onderzoek naar een nakende menselijke afwezigheid die de rode draad vormt doorheen het recente werk van Kris Verdonck. In een wereld waarin de mens verdwenen is, neemt deze installatie de ruimte in als autonome performer. Het is een muterend wezen dat misschien wel lijkt te ademen, maar het blijft een lichaam zonder kern. Het is onduidelijk hoe de sculptuur werkt. Dat, samen met de grootte en het ambigue materiaal maakt BOGUS III tot unheimliche entiteit. Of zoals de Weense filosoof Günther Anders het formuleert: wij staan met zo weinig benul en zo ademloos tegenover onze eigen producten, als waren zij voorwerpen die bewoners van een vreemde planeet ons ongevraagd thuis bezorgd hadden. BOGUS III is een monument voor wat de ondergang van de mens zou kunnen betekenen: de drang naar meer, de fascinatie voor rijkdom en groei, waardoor er bellen ontstaan die wanneer ze uiteenspatten, onthullen waar deze overmoedige verlangens naar leiden: niets.
De installatie wordt gepresenteerd parallel aan Verdoncks voorstelling SOMETHING (out of nothing).
Concept & regie: Kris Verdonck
Dramaturgie: Kristof Van Baarle
Technische coördinatie: Jan Van Gijsel
Technisch ontwerp & constructie: Eefje Wijnings, Kris Verdonck, Koen Roggen
Software & Electronics: Vincent Malstaf
Productie: A Two Dogs Company
Coproductie: Kaaitheater (BE)
Met de steun van: de Vlaamse Overheid, Vlaamse Gemeenschapscommissie