ACT - Een Beckett-avond

ACT - Een Beckett-avond
Kristof Vrancken

Agenda

10.06.22 11.06.22
16.09.20

Grand Theatre

Groningen

11.09.20 12.09.20
07.09.20
27.02.20

Corrosia

Almere

26.02.20

Frascati

Amsterdam

21.02.20
18.02.20
13.02.20 15.02.20
12.02.20

TR Schouwburg

Rotterdam

06.02.20

Ainsi

Maastricht

  • Info
  • Pers
  • In ACT verkent Kris Verdonck verschillende aspecten van het menselijke bestaan op de rand het verdwijnen in het werk Samuel Beckett. ACT benadert Beckett op drie manieren: in een monoloog met teksten van Beckett, gespeeld door Johan Leysen (Stories and Texts for Nothing), een wetenschapper wordt uitgenodigd om te reageren op Beckett en een autonome scenografie die een mogelijk landschap voor een Beckett-tekst suggereert. 

    De veelzijdigheid en multidisciplinaire benadering weerspiegelen de complexiteit van Becketts werk en zijn tegelijk een poging die complexiteit letterlijk uit elkaar te halen. De triptiek van wetenschap, theater en high-tech laten als in drie aktes telkens een ander facet zien van de diamant ‘Beckett’. Ze verdiepen elkaars ervaring: een manier van spelen doet een wetenschappelijk inzicht plots leven en vice versa, een performatieve scenografie zoomt in op de onderliggende wereld van of misschien wel na de acteur en biedt een meer contemplatieve ervaring.

    ACT

    ACT

    Beckett en wetenschap

    Becketts werk rond technologie, geheugen, de innerlijke stem en het absurde en gewelddadige van een betekenisloos bestaan, staat dichtbij belangrijke onderwerpen in de neurowetenschappen, psychologie en filosofie. Hij was overigens goed op de hoogte van de wetenschappelijke ontwikkelingen van zijn tijd, en die zag je ook weerspiegeld in zijn teksten. Kris Verdonck nodigt voor deze voorstelling een expert uit om vanuit zijn of haar perspectief het werk van Beckett te bekijken. Geheugenspecialist Douwe Draaisma, wiskundige en filosoof Jean-Paul Van Bendegem, techniekfilosoof Jos de Mul en specialiste in digitale cultuur Elize de Mul staan op ons lijstje. Mogelijke onderwerpen zijn:

    Beckett en het geheugen: herinneringen, vergeten, de moeilijkheid van taal en de onzekerheid bij het vertellen van een verhaal zijn terugkerende motieven. Wat zou een belangrijk geheugenspecialist als Douwe Draaisma hierover te vertellen hebben? Draaisma schrijft al decennia over de werking van het menselijke geheugen, in boeken als ‘De metaforenmachine: een geschiedenis van het geheugen’, ‘Vergeetboek’ en recent nog ‘Als mijn geheugen me niet bedriegt’.

    Beckett en neurologie: verschillende van Becketts theaterteksten en korte teksten presenteren een figuurtje dat in de schedel van het personage leeft. Is dat het bewustzijn? Wie is de stem die spreekt in ons hoofd? Is er wel zoiets als een bewustzijn en wat is het dan? Ook Becketts objectivering van de acteur vormt een aanleiding om het met een neurospecialist te hebben over de mens als machine. Een machine die denkt? Wat maakt ons dan nog tot mens? We nodigen een gekende Nederlandse neurochirurg uit om het hierover te hebben.

    Performatieve scenografie

    Voor ACT maakte Verdonck een nieuwe, autonome scenografie, MASS #2, waarin vier poëtische landschappen zonder mensen zich ontvouwen. Een grafiet-grijze massa beweegt langzaam als was het water. De materie lijkt licht en zwaar tegelijkertijd. Alsof er tektonische platen aan het schuiven zijn, ontstaan er bergen en dalen voor de ogen van de toeschouwer, om meteen weer te verdwijnen. Een levend landschap, een kosmische omgeving, pure materie, geologie in een time-lapse. 

    Dit performatieve landschap is het grijze, de leegte, waarin de meeste van Becketts teksten zich afspelen. De grijze massa van het brein, maar ook die van een post-apocalyptische omgeving, of van een niet-menselijke micro of macro schaal. De existentiële grens waarmee Beckett flirt, tussen weten en niet weten, tussen iets en niets, tussen leven en dood, wordt hier vertaald van het individuele niveau naar dat van de soort homo sapiens an sich.

    Theater

    Johan Leysen zal fragmenten van de Stories and Texts for Nothing opvoeren. De veelheid aan interne stemmen die dit materiaal rijk is en het verlangen om nu eindelijk de herinneringen en spoken die hem achtervolgen van zich af te schrijven, vormen het vertrekpunt. Wat is een mens die zoekt naar een bestaan zonder bewustzijn, in een onmogelijke zoektocht om de herinneringen uit te putten, de spoken uit te drijven door ze neer te schrijven en uit te spreken? Leysen lijkt evenwel zelf al een spookachtige aanwezigheid te hebben: is hij er echt, of is het een hologram?

    De dynamiek, of zo je wil het gebrek aan dynamiek in Stories and Texts for Nothing, toont een mens(heid) die vast zit in de grijze zonen tussen bestaan en niet bestaan. Becketts mensbeeld is zoals de meesten van zijn generatie beïnvloed door de ontmenselijking van zowel de concentratiekampen als de atoombom. Bepaald door vroegere daden, kunnen we niet anders dan de gevolgen ervan ondergaan en ontbreekt het aan moed en inzicht om deze cyclus van oorzaak en gevolg te doorbreken. We zitten niet enkel vast in onszelf, aan onze machines, of in onze politieke en economische systemen: we zitten ook vast in het antropoceen, dat tijdperk van de mens dat het einde van precies die mens erg tastbaar maakt. De voorstelling bestaat uit variaties op het verdwijnen, meer ook op het terugkeren. Telkens opnieuw begint de dag, omdat we niet weten wat er anders zou moeten gebeuren.

    Samuel Beckett vandaag: tussen mens en machine

    Samuel Beckett (1906-1989) is een van de belangrijkste schrijvers van de 20ste eeuw. Hij schreef romans, novelles, korte teksten, en ook werk voor theater, radio en televisie. Met Wachten op Godot verlegde hij de grenzen van het theater – voorbij het klassieke verhaal, voorbij betekenisvolle gebeurtenissen. Een aspect van Beckett dat minder gekend is, was zijn fascinatie voor de mogelijkheden van de nieuwe media van zijn tijd. Zijn radiostukken en stukken voor televisie (zoals Eh, Joe en Quad) waren experimenten met die specifieke media en machines. Dat had dan weer zijn invloed op het theaterwerk, denk maar aan de gespleten monoloog tussen een man en de bandopnames van zijn herinneringen in Krapp’s last tape. Ook de taal zelf blijft niet onaangetast door nieuwe technologieën: de schijnbaar willekeurige aaneenschakeling van woorden in Ping zou wel eens de eerste echte literaire reactie op de computer kunnen zijn. Beckett verkende in zijn werk de donkere diepte van de uitgeschakelde mens, zwervers, daklozen, stervenden, zieken. De technologie die hem zo interesseerde, heeft na zijn dood een heel nieuwe klasse uitgeschakelden gegenereerd: vervangen door machines, zal deze groep ‘nuttelozen’ zich enkel uitbreiden. 

    Bij Beckett vinden we niet alleen een zoektocht naar de nieuwe mogelijke vormen van nieuwe technologieën, ook naar de psychologische gevolgen ervan. De eenzaamheid en depressie, maar ook de waanzin en het geweld van een high-tech commerciële omgeving werden zeker in de latere Beckett-teksten centrale elementen. In die zin is hij nog steeds een belangrijke referentie wanneer het aankomt op de staat van zijn van de huidige mens, dertig jaar na zijn dood. Becketts personages – als je ze zo nog kan noemen – zitten vast. In hun redeneringen, in hun geheugen, in de beslissingen van vroeger, maar ook: in hun verlangen om gewoon eens de dag door te komen zonder de fundamentele en verlammende twijfel die hen achtervolgt. Voor Beckett is het befaamde credo ik denk, dus ik besta een omschrijving van de sisyfusarbeid die vele van zijn personages, en ook zijn schrijverschap kenmerkt. Wat betekenen onze gevoelens en verlangens nog, nu ze niet alleen koopwaar geworden zijn, maar ook voorspelbaar en te manipuleren? De vergeefse drang naar betekenis en zingeving in een voor Beckett zinloze en wrede wereld, leiden tot een impasse waarin enkel de herhaling, de poging, het blijven proberen nog resten. In het theater leidde dat dan weer tot een erg strikte regie, waarin de spelers machinaal tekst zegden en de bewegingen en timing minutieus vastliggen. 

    De uitgepuurde theatervormen en de manier waarop hij de acteur tot een object reduceert in een zoektocht naar de nulgraad van het zijn, maken van Beckett een rijke bron voor het werk van Kris Verdonck. Het oeuvre van Beckett is voor hem al jaren een ‘compagnon de route’. Zo maakte hij bijvoorbeeld Huminid, een schijnbaar holografische projectie van Johan Leysen, gebaseerd op Becketts gedicht Lessness en de installatie IN, naar de tekst Company. Sinds 2018 werkt Kris Verdonck aan een vierjarig praktisch en dramaturgisch onderzoek naar de snijpunten tussen Beckett en het Japanse noh-theater. Hoe geven zij vorm aan de relatie tussen mens en machine, aan een staat van zijn tussen aanwezigheid en afwezigheid – vragen die als een rode draad doorheen de installaties, choreografieën en theatervoorstellingen van Verdonck lopen?

    Stories and texts for nothing

    Tussen 1946 en 1952 werkte Beckett aan drie novelles en dertien korte prozastukjes. Deze werden samen gepubliceerd als Stories and Texts for Nothing. Deze bundel vormt de basis van deze Beckett-avond. De drie novelles, The expelled, The calmative, The end, gaan telkens over een oude man die zijn gewoonlijke habitat verlaat en zoekt naar een nieuwe plek voor zichzelf, om te wonen, om te leven, om te kunnen bestaan. Een oudere man lijkt ook aan het woord in het dertiendelige Texts for nothing. Waar in de novelles een poging tot een beweging naar buiten gemaakt wordt, keren deze fragmenten inwaarts. Deze teksten voor niets zijn een kantelpunt in Becketts oeuvre: hier verdwijnt het laatste restje narratief (‘there is no need for a story’, staat er in tekst IV). Wat blijft zijn mooie, donkere en diepe worstelingen van de schrijver, de denker, de eeuwige twijfelaar die niet meer verder kan, omdat hij niet zeker is wat er gisteren gebeurde, en er toch onvermijdelijk door bepaald wordt. Twijfel tussen licht en donker, tussen spreken en stilte, tussen beweging en stilstand, tussen leven en dood, tussen hoop en wanhoop, tussen het zoeken naar en het loslaten van een verhaal. Een twijfel die geen oplossing kent want het is altijd een beetje van beide.

    ACT
    Kristof Vrancken
    ACT
    Kristof Vrancken
    ACT
    Kristof Vrancken
    ACT
    Kristof Vrancken
  • ACT werd geselecteerd voor Het TheaterFestival 2020.
    Uit het juryrapport: 
    “In ACT geeft Johan Leysen op onnavolgbare manier vorm aan één van Becketts meest ongrijpbare personages. Een uur lang hang je aan de lippen van een man die hopeloos verstrikt raakt in zijn poging zichzelf en de wereld rondom hem te definiëren. Een ontroerend portret van de westerse mens op zoek naar zin en betekenis.”

Credits

Concept en Regie: Kris Verdonck
Dramaturgie: Kristof van Baarle
Performer: Johan Leysen
Technische coördinatie: Jan Van Gijsel
Kostuums: Eefje Wijnings
Productie: A Two Dogs Company / Het Zuidelijk Toneel
Co-productie: Kaaitheater

Met de steun van: Tax Shelter stelsel van de Belgische Federale Overheid,
Vlaamse Gemeenschap, Vlaamse Gemeenschapscommissie
Met dank aan Dirk Van Hulle, Pim Verhulst en Jean Paul Van Bendegem